En daar gingen we. Het was begonnen. Rik was direct uit het vizier en David en ik gingen rustig van start. Het voelde goed, het voelde lekker, dit was leuk! Na 3km ging m’n regenjas uit en besloot ik die nog even in m’n hand te houden, voor als ik iemand langs de kant zou zien staan aan wie ik ‘m kon geven. Als ik die niet snel zou zien, zou ik ‘m gewoon ergens op de grond gooien. Ondertussen renden we lekker door. Ik genoot van alles, van de omgeving, van de mederenners, van de toeschouwers (DANK dat jullie ondanks het weer zelfs op de Van der Madeweg langs de kant stonden) en van David. Want dat moet gezegd worden, David heeft deze race voor mij net een tikkeltje makkelijker gemaakt. Hij riep constant dat het zo goed ging, hij riep dat we een toptempo hadden, hij begon over koetjes en kalfjes te kletsen, hij zei steeds dat ik moest genieten en stiekem versnelde hij afentoe iets, waardoor ik mezelf uitdaagde en we er een goed tempo in konden houden. Op kilometer 12 beseften we opeens dat we al over de helft waren! De tijd vloog echt! We besloten dat mijn regenjas dus bij me bleef “want vanaf nu was het zonde om ‘m alsnog weg te gooien” en we besloten dat het tijd werd om wat selfies te maken. Tot verbazing van enkele renners om ons heen begonnen we al rennend, kletsend en lachend een selfiesessie te houden. Dit was echt te gek.
Wanneer mag ik weer?